Inbreng VVD
Begrotingsraad 10 november 2020
Voorzitter:
ook al hebben wij op 22 september jl de algemene politieke beschouwingen
gehouden, feit blijft dat de vaststelling van de begroting het hoogtepunt is van
de jaarlijkse lokale democratie.
Immers met
de begroting oefent de raad zijn budgetrecht uit en stelt hij de financiële ruimte vast, waarbinnen het beleid
kan worden gevoerd.
Kortom een
belangrijk moment voor de gemeenteraad.
Het beperken
van de spreektijd vanavond vinden wij om die reden dan ook ongepast.
Na de inhoudelijke
bespreking van de kaderbrief, richten wij ons nu concreet op de financiën van
de gemeente.
Helaas
moeten wij weer - dit keer aan de hand van de gepresenteerde begroting - onze
grote zorgen uitspreken over de dramatisch slechte financiële positie van de
gemeente.
Het valt
niet te ontkennen, maar al jaren holt de gemeente financieel achteruit.
Waarschuwingen
om daadkrachtig in te grijpen, stuiten op weerstand bij de coalitie van CDA,
GB’90 en Borne-NU.
Alles wat
wij en anderen de afgelopen jaren hebben ingebracht om de bakens te verzetten
is tot nu toe gericht aan dovenmansoren.
Doorgaan met
dit beleid, leidt hoe dan ook tot een financiële puinhoop, die alleen kan
worden afgewend door extreme lastenverhogingen voor de burger, die immers
altijd het gelag betaalt.
Wij vragen
ons af, hoe de coalitie dit straks uitlegt aan de burger.
De
verkiezingen in 2022 zijn er eerder dan je denkt.
Wij moeten
onder ogen zien, dat de coalitie van CDA, GB’90 en Borne-Nu ons in de situatie
heeft gebracht:
-
Dat
wij te maken hebben met een tekort op de begroting van 7,5 mln (mogelijk 9,5
mln)
-
Dat
wij inmiddels zijn ingeteerd op de reserves van 20 mln, naar nu bijna nul
-
Dat
er geen geld meer is voor nieuw beleid
-
Dat
het maar de vraag is of de bezuinigingen worden gehaald
-
Dat
wij slechter dan gemiddeld scoren op de vijf toetsingscriteria van BZK, te
weten: solvabiliteit, schuldquote, grondexploitatie, belastingcapaciteit en
structurele exploitatieruimte
-
Dat
wij geen realistische boekwaarden hanteren
-
Dat
wij benodigde investeringen op bijvoorbeeld onderhoud wegen, vervanging van
sportvelden voor ons uit schuiven
-
Dat
wij de grote ambities pas na deze begroting bespreken
-
En
zo kan ik doorgaan
Ondanks dit dramatisch
slechte beeld, schrijft het college in de stukken, dat zij het “financieel
gezond blijven van de gemeente” als uitgangspunt hanteert.
Wij dachten
dat wij in een sprookjesboek lazen, maar het waren toch echt de
begrotingsstukken.
Om
duidelijkheid over deze passage te krijgen, stelden wij het college in het
politiek beraad de vraag waarop het uitgangspunt van het “financieel gezond
blijven van de gemeente“ is gebaseerd?
Je kan immers
veel van de gemeente zeggen, maar financieel gezond, nee, verre van dat!
Hoe kan het
college dat dan schrijven? Hebben wij iets gemist?
Wij vielen
van onze stoel toen wij het antwoord hoorden :
De gemeente
is financieel gezond, zolang de provincie niet ingrijpt en ons niet onder
preventief toezicht plaatst.
Voorzitter: Met
dit bestuurlijk naïeve antwoord laat het college zien het
interbestuurlijk toezicht niet te begrijpen.
Juist deze –
betrekkelijk nieuwe - vorm van toezicht behelst dat de gemeente eerst zelf haar
verantwoordelijkheid neemt.
In tweede
instantie is het aan de provincie om echt in te grijpen.
De
opstelling van het college laat zien, dat het geen verantwoordelijkheid neemt
en de hete aardappel gemakshalve doorschuift naar de provincie.
Het college
plaatst zich, wat ons betreft, met dit naïeve antwoord buiten de werkelijkheid
en de discussie.
Voorzitter: Het
is dan ook nu meer dan ooit aan ons “als gemeenteraad” om wel
verantwoordelijkheid te nemen, als het college dat niet doet!
Ik ga er
daarbij vanuit dat ook de coalitie uiteindelijk de sprookjes van het college
niet meer serieus neemt en voortschrijdend inzicht toont.
Echt gerust
zijn wij daar nog niet op.
Zo hebben
wij in de aanloop naar de beraadslagingen over de kaderbrief samen met de
oppositie een extern financieel deskundige in de arm genomen om de financiële
situatie van de gemeente te kunnen beoordelen.
Wij zijn
daarin transparant geweest en hebben de coalitie van CDA, GB’90 en Borne-Nu de
stukken gestuurd en om een reactie gevraagd.
Ons doel
was, om als raad gezamenlijk, aan de hand van de objectieve cijfers tot een cijfermatig
vertrekpunt te komen.
Anders
gezegd: een poging om samen de basis te leggen, hoe en met welke maatregelen de
financiële positie van de gemeente echt gezond kan worden gemaakt.
Zo neem je
als raad verantwoordelijkheid, in het belang van alle inwoners van Borne.
Ons verzoek
om een reactie bleef onbeantwoord.
Omdat wij
toch hechten aan duidelijkheid stellen wij opnieuw twee vragen aan de coalitie:
1. Wat verstaat u onder het uitgangspunt
van het “financieel gezond blijven” van de gemeente en is naar uw mening nu
sprake van een financieel gezonde gemeente?
2. Hoe wil de coalitie vanaf nu tot de
volgende verkiezingen de gemeente financieel gezond maken?
Niet alleen
wij, maar ook de inwoners van Borne hebben recht op een duidelijk antwoord op
beide vragen.
Uw antwoord
geeft de burger inzicht in hoe u na de verkiezingen en dus na de huidige
coalitieperiode de gemeente achterlaat.
Op dit
moment is dat beeld uiterst somber en weinig vertrouwenwekkend.
Voorzitter:
wij hopen dat onze vragen leiden tot een levendige discussie binnen de raad.
Een discussie die duidelijkheid biedt voor de toekomst.
In de tweede
termijn zullen wij graag ingaan op de antwoorden op onze vragen en zullen wij ons
standpunt mbt de begroting formuleren.
Wij, maar belangrijker, de burger moet geduld hebben tot de verkiezingen
van 2022.
Met het afscheid van de coalitie CDA, GB’90 en Borne-Nu, zullen betere tijden voor Borne aanbreken!