Eerste termijn VVD Borne Begroting 2021

Inbreng VVD Begrotingsraad 10 november 2020

 

Voorzitter: ook al hebben wij op 22 september jl de algemene politieke beschouwingen gehouden, feit blijft dat de vaststelling van de begroting het hoogtepunt is van de jaarlijkse lokale democratie.

Immers met de begroting oefent de raad zijn budgetrecht uit en stelt hij de  financiële ruimte vast, waarbinnen het beleid kan worden gevoerd.

Kortom een belangrijk moment voor de gemeenteraad.

Het beperken van de spreektijd vanavond vinden wij om die reden dan ook ongepast. 

Na de inhoudelijke bespreking van de kaderbrief, richten wij ons nu concreet op de financiën van de gemeente.  

Helaas moeten wij weer - dit keer aan de hand van de gepresenteerde begroting - onze grote zorgen uitspreken over de dramatisch slechte financiële positie van de gemeente.

Het valt niet te ontkennen, maar al jaren holt de gemeente financieel achteruit.

Waarschuwingen om daadkrachtig in te grijpen, stuiten op weerstand bij de coalitie van CDA, GB’90 en Borne-NU.

Alles wat wij en anderen de afgelopen jaren hebben ingebracht om de bakens te verzetten is tot nu toe gericht aan dovenmansoren.

Doorgaan met dit beleid, leidt hoe dan ook tot een financiële puinhoop, die alleen kan worden afgewend door extreme lastenverhogingen voor de burger, die immers altijd het gelag betaalt.  

Wij vragen ons af, hoe de coalitie dit straks uitlegt aan de burger.

De verkiezingen in 2022 zijn er eerder dan je denkt.

 

Wij moeten onder ogen zien, dat de coalitie van CDA, GB’90 en Borne-Nu ons in de situatie heeft gebracht:

-         Dat wij te maken hebben met een tekort op de begroting van 7,5 mln (mogelijk 9,5 mln)

-         Dat wij inmiddels zijn ingeteerd op de reserves van 20 mln, naar nu bijna nul

-         Dat er geen geld meer is voor nieuw beleid

-         Dat het maar de vraag is of de bezuinigingen worden gehaald

-         Dat wij slechter dan gemiddeld scoren op de vijf toetsingscriteria van BZK, te weten: solvabiliteit, schuldquote, grondexploitatie, belastingcapaciteit en structurele exploitatieruimte

-         Dat wij geen realistische boekwaarden hanteren

-         Dat wij benodigde investeringen op bijvoorbeeld onderhoud wegen, vervanging van sportvelden voor ons uit schuiven

-         Dat wij de grote ambities pas na deze begroting bespreken

-         En zo kan ik doorgaan

Ondanks dit dramatisch slechte beeld, schrijft het college in de stukken, dat zij het “financieel gezond blijven van de gemeente” als uitgangspunt hanteert.

Wij dachten dat wij in een sprookjesboek lazen, maar het waren toch echt de begrotingsstukken.

Om duidelijkheid over deze passage te krijgen, stelden wij het college in het politiek beraad de vraag waarop het uitgangspunt van het “financieel gezond blijven van de gemeente“ is gebaseerd?  

Je kan immers veel van de gemeente zeggen, maar financieel gezond, nee, verre van dat!

Hoe kan het college dat dan schrijven? Hebben wij iets gemist?

Wij vielen van onze stoel toen wij het antwoord hoorden :

De gemeente is financieel gezond, zolang de provincie niet ingrijpt en ons niet onder preventief toezicht plaatst.

Voorzitter: Met dit bestuurlijk naïeve antwoord laat het college zien het interbestuurlijk toezicht niet te begrijpen.

Juist deze – betrekkelijk nieuwe - vorm van toezicht behelst dat de gemeente eerst zelf haar verantwoordelijkheid neemt.  

In tweede instantie is het aan de provincie om echt in te grijpen.   

De opstelling van het college laat zien, dat het geen verantwoordelijkheid neemt en de hete aardappel gemakshalve doorschuift naar de provincie.  

Het college plaatst zich, wat ons betreft, met dit naïeve antwoord buiten de werkelijkheid en de discussie.

Voorzitter: Het is dan ook nu meer dan ooit aan ons “als gemeenteraad” om wel verantwoordelijkheid te nemen, als het college dat niet doet!

Ik ga er daarbij vanuit dat ook de coalitie uiteindelijk de sprookjes van het college niet meer serieus neemt en voortschrijdend inzicht toont.

Echt gerust zijn wij daar nog niet op.

Zo hebben wij in de aanloop naar de beraadslagingen over de kaderbrief samen met de oppositie een extern financieel deskundige in de arm genomen om de financiële situatie van de gemeente te kunnen beoordelen.

Wij zijn daarin transparant geweest en hebben de coalitie van CDA, GB’90 en Borne-Nu de stukken gestuurd en om een reactie gevraagd.

Ons doel was, om als raad gezamenlijk, aan de hand van de objectieve cijfers tot een cijfermatig vertrekpunt te komen.

Anders gezegd: een poging om samen de basis te leggen, hoe en met welke maatregelen de financiële positie van de gemeente echt gezond kan worden gemaakt.

Zo neem je als raad verantwoordelijkheid, in het belang van alle inwoners van Borne.

Ons verzoek om een reactie bleef onbeantwoord.

Omdat wij toch hechten aan duidelijkheid stellen wij opnieuw twee vragen aan de coalitie:

1.     Wat verstaat u onder het uitgangspunt van het “financieel gezond blijven” van de gemeente en is naar uw mening nu sprake van een financieel gezonde gemeente?

2.     Hoe wil de coalitie vanaf nu tot de volgende verkiezingen de gemeente financieel gezond maken?

Niet alleen wij, maar ook de inwoners van Borne hebben recht op een duidelijk antwoord op beide vragen.

Uw antwoord geeft de burger inzicht in hoe u na de verkiezingen en dus na de huidige coalitieperiode de gemeente achterlaat.

Op dit moment is dat beeld uiterst somber en weinig vertrouwenwekkend.

Voorzitter: wij hopen dat onze vragen leiden tot een levendige discussie binnen de raad. Een discussie die duidelijkheid biedt voor de toekomst.   

In de tweede termijn zullen wij graag ingaan op de antwoorden op onze vragen en zullen wij ons standpunt mbt de begroting formuleren.

 

 

 

Wij, maar belangrijker, de burger moet geduld hebben tot de verkiezingen van 2022. 

 

Met het afscheid van de coalitie CDA, GB’90 en Borne-Nu, zullen betere tijden voor Borne aanbreken!